We zijn geneigd te denken dat mensen in de zorgsector werken het goed met ons voor hebben; immers ze hebben dat beroep toch uit dienstbaarheid en compassie voor de medemens gekozen? Maar geldt dit ook voor de farmaceutische industrie? Zijn de doelstellingen louter dienstbaarheid aan de bevolking of speelt net als bij andere grote bedrijven de winst een rol? De bedragen die voor medicijnen worden gevraagd kunnen enorm hoog zijn.
Prijsafspraken en investering in patiënten:
Farmaceutische bedrijven maken vaak per land afzonderlijke prijsafspraken. In Nederland bestaat het Zorginstituut Nederland. Zij adviseren de overheid over de vergoedingen van bepaalde middelen in relatie tot de opbrengst en de werking van het middel. Gemiddeld genomen gaat men ervan uit dat een gewonnen levensjaar voor iemand die daarmee een redelijk kwalitatief leven kan leven tot € 80.000,– mag kosten. Dat is een bedrag wat de meeste mensen in één jaar niet op hun rekening kunnen krijgen. In hoeverre verhouden zorg, farmacie en ethiek zich tot markt en winstbejag? Speelt ethiek een rol?
Gezondheid en veiligheid belangrijker dan winst?
Uiteraard heeft een farmaceutisch bedrijf inkomsten nodig, immers er worden kosten gemaakt en er moet onderzoek gedaan worden alvorens middelen op de markt kunnen worden gebracht. Onderzoek kost geld, veel geld. Wat gebeurt er als na, misschien in sommige gevallen, jaren onderzoek een middel op de markt komt waarvan blijkt dat het in de praktijk toch niet goed uitpakt; bijvoorbeeld bijwerkingen heeft of zelfs tot de dood leidt voor sommige patiënten. Zijn dan alle kosten, gemaakt voor onderzoek, ontwikkeling en productie weggegooid geld geweest?
De veiligheid van het middel voor de patiënt staat voorop, toch? De grote fabrikanten willen dat alleen volledig veilige middelen op de markt komen, toch? Helaas, dat is onjuist.
Wat als een middel schadelijk blijkt?
Er zijn verhalen bekend waar middelen schade aanrichten voor de mensen die het gebruiken. Soms wordt een middel van de markt gehaald. Soms ook pas na veel te lange tijd. Ik verwijs hier naar een eerder artikel waarin verwezen wordt naar de presentatie van Brandy Vaugghan. Zij werkte bij Merck en was betrokken bij de marketing van Vioxx. In Nederland ook wel bekend onder de naam rofecoxib. Dit middel leidde in sommige gevallen tot vroegtijdige hartaanvallen. Merck trok het pas laat van de markt en later werd ook bekend dat er al in de proeffase problemen werden gerapporteerd. Kijk het verhaal hierover van klokkenluider Brandy Vaugghan.
Farmaceutische industrie en Softenon
Een middel waarbij het ernstig mis is gegaan is Softenon. In Duitsland geproduceerd onder de naam Contergan door de fabrikant Grünenthal. In het buitenland bekend als Thalidomide en in Engeland op de markt gebracht onder de naam Distaval. Softenon was een middel dat werd gebruikt tegen ochtendmisselijkheid voor zwangere vrouwen. Het gevolg van het gebruik van dit middel was dat de babies mismaakt ter wereld kwamen. De kinderen hadden korte armpjes, korte beentjes of allebei.
Het middel werd verkocht onder de claim ‘Safe and Effective’, het zou dus veilig en effectief zijn.
Werd dit middel van de markt gehaald? Nam de fabrikant de verantwoordelijkheid op zich? Werden de kinderen en hun ouders gecompenseerd voor het leed dat hen was aangedaan?
Safe and effective. Is dat zo? Altijd? Voor iedereen?
Een veilige drug is een utopie. Er zullen altijd risico’s op bijwerkingen zijn. Niet voor niets zit er altijd een bijsluiter bij een medicijn dat wordt gekocht. Zelfs bij medicijnen die zonder recept bij de drogist kunnen worden aangeschaft. Het gekke is nu dat bij vaccins nooit standaard een bijsluiter wordt gegeven of gevraagd door de ontvangende partij.
Softenon was ook veilig en effective. Het middel werd veel langer op de markt gehouden dan ethisch was. Softenon is onder de verschillende namen verspreid over 46 landen en er zijn zo’n 20.000 kinderen ernstig mismaakt ter wereld gekomen.
Volgens de documentaire is de stof die voor de deformiteit van de ongeboren kinderen zorgt, de stof Thalidomide, een stof die nog steeds op de markt is en nog altijd wordt gebruikt in medicijnen tegen o.a. kanker en Hiv.
Des en Des-dochters:
Een middel dat vooral gevolgen had voor de generatie ná de gebruiker van het middel was het middel DES. Dit is een hormoonmiddel en werd gebruikt door zwangeren vrouwen om miskramen te voorkomen. DES werd tussen 1947 en 1976 voorgeschreven. Dochters van deze moeders blijken een verhoogde kans te hebben op baarmoederhalskanker en andere kwalen. Er is nog altijd een informatiecentrum voor DES en lotgenotengroep voor DES-dochters.
En hoe zit het met de nieuwe generatie vaccins? De mRNA-vaccins die met spoed en onder een noodgoedkeuring op de markt zijn gebracht? Daarover (binnenkort) meer op een andere pagina. Kijk in ieder geval vast naar de uitleg van dr. Bhakdi, microbioloog.